"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Is ons systeem voor collectieve onderhandelingen klaar voor freelancers en zelfstandigen?

De wereld van werk is de laatste decennia ingrijpend veranderd: steeds meer mensen werken niet in het kader van een arbeidsovereenkomst maar als freelancer of zelfstandige zonder personeel* (zzp’er). Bij sommigen leidt hun zwakke onderhandelingspositie ten opzichte van hun opdrachtgever tot inkomensonzekerheid. De Europese Commissie stelt nu de mogelijkheid voor collectieve onderhandelingen in het vooruitzicht. Er is echter een ‘maar’…

We staken ons licht op bij dr. Pieter Pecinovsky, senior affiliated researcher aan het Instituut voor Arbeidsrecht aan de KU Leuven, docent in Sociaal recht aan de ULB en de UCLouvain en ‘Of counsel’ bij advocatenkantoor Van Olmen & Wynant.

“Het gaat hier vooral over de ‘economisch afhankelijke zelfstandigen’, zelfstandigen ‘naast’ werknemers, en de zelfstandigen die via digitale platformen werken. Een voorbeeld? Denk aan een orkest met vastbenoemde muzikanten en tijdelijke freelance invallers. De vastbenoemde krijgt zijn loon en de daaraan verbonden sociale zekerheidsrechten volgens een afgesproken CAO. De freelancer naast hem staat veel zwakker: hij moet afzonderlijk over het eigen tarief en andere arbeidsvoorwaarden onderhandelen.”

Evoluties als de opkomst van het freelancerstatuut en de platformeconomie hebben tot een atomisering van de positie van de ‘werker’ geleid. Een uitbreiding van het recht op collectief onderhandelen kan deels de zwakke positie van zelfstandigen zonder personeel versterken tegenover opdrachtgevers.

Collectief onderhandelingsrecht in de maak?

Onder meer daarom willen diverse overheden en andere instanties de sociale status van solo zelfstandigen verbeteren. Ze willen hen in staat te stellen collectief te onderhandelen over hun voorwaarden en hun tarieven. Dat zou dan idealiter moeten resulteren in een bindende collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) met minimale arbeidsvoorwaarden. Alleen zo kan de zelfstandige zijn soms hachelijke onderhandelingspositie versterken.

Sinds enkele jaren heeft de Europese Commissie opnieuw meer aandacht voor sociale politiek en voor fundamentele sociale rechten, o.a. dankzij de afkondiging van de Europese Pijler van Sociale Rechten. Dit leidde bijvoorbeeld tot een Commissievoorstel voor een betere bescherming voor platformwerkers. Het Hof van Justitie van de EU heeft zich evenwel nog niet duidelijk uitgesproken over de mogelijkheid voor freelancers om collectief te mogen onderhandelen. Daarentegen wezen het Europees Comité voor Sociale Rechten en diverse comités van de IAO (de Internationale arbeidsorganisatie) er al op dat zo een fundamenteel recht ook voor freelancers moet gelden. De nationale overheden creëren hiervoor dus best een wettelijk kader.

Botst richtlijn met CAO-wet?

In december 2021 publiceerde de EU-Commissie zijn ontwerp van een niet-bindende richtlijn voor collectieve overeenkomsten inzake arbeidsvoorwaarden voor zelfstandigen en freelancers.  “Daarmee werd ten eerste duidelijk gemaakt dat collectieve overeenkomsten voor bepaalde freelancers geen inbreuk betekenen op de vrije mededinging. Dergelijke afspraken druisen niet (meer) in tegen het verbod voor ondernemers (hoe klein ook) om ‘prijsafspraken’ te maken, met name over hun eigen vergoeding. Dergelijke CAO’s zouden volgens de richtlijn voortaan buiten de werkingssfeer van het beruchte artikel 101 VWEU vallen (het zogenaamde kartel-verbod).”

Blijft de vraag of het in de praktijk mogelijk is om CAO’s af te sluiten voor zelfstandigen in een economisch afhankelijke positie. Is ons nationaal wettelijke kader toegerust om daadwerkelijk collectieve onderhandelingen voor freelancers toe te staan?

Peter Pecinovsky kent de  CAO-Wet van 5 december 1968 door en door: “De grootste hinderpaal  is de personele werkingssfeer, die is vastgelegd in artikel 2: de wet is enkel van toepassing op werknemers en werkgevers en hun organisaties. Er is wel een gelijkstelling met werknemers voorzien voor bepaalde personen, maar freelancers vallen hier niet onder.”

Als de CAO’s van zelfstandigen dus buiten dit wettelijk kader vallen, ontbreekt de gekende mogelijkheid tot het ‘algemeen bindend verklaren van de CAO’.

 “Dan zou een CAO met zelfstandigen niet veel meer dan een burgerlijk contract zijn. Zo zouden voornamelijk de opdrachtgevers zich via de cao’s eenzijdig kunnen verplichten tot het respecteren van bepaalde arbeidsvoorwaarden, waarop de zelfstandigen zich vervolgens op grond van het verbintenissenrecht zouden kunnen beroepen. Maar bij gebrek aan wettelijk gegarandeerde algemeenverbindendverklaring zou het toepassingsgebied beperkt blijven. Opdrachtgevers zullen ook minder geneigd zijn om zulke CAO’s te sluiten omdat enkel de freelancers die de CAO zelf ondertekenen hierdoor gebonden zouden zijn.”

Verder hebben onze drie belangrijkste vakbonden – het ACV/CSC, het ABVV/FGTB en het ACLVB/CGSLB – hier een onderhandelingsmonopolie en zit op nationaal niveau een en ander gebetonneerd in de structuur van de Nationale Arbeidsraad. In theorie is het momenteel zo goed als onmogelijk om andere organisaties te erkennen die, naar analogie met een vakbond, specifiek de belangen van zelfstandigen zouden kunnen verdedigen.

In theorie is het momenteel zo goed als onmogelijk om andere organisaties te erkennen die, naar analogie met een vakbond, specifiek de belangen van dergelijke zelfstandigen zouden kunnen verdedigen.

Wat doet de Belgische wetgever?

Een grondige analyse van de CAO-wet, de rechtspraak en rechtsleer doet Pieter Pecinovsky besluiten dat deze wet momenteel helemaal niet van toepassing kan zijn op de collectieve arbeidsovereenkomsten die solo zelfstandigen zouden sluiten. Ze kunnen dus ook nooit geregistreerd worden bij de Federale Overheidsdienst Werk om algemeen bindend verklaard te worden voor alle zelfstandigen in een sector.

“Maar toch hebben België en de andere lidstaten de positieve plicht om collectieve onderhandelingen voor zelfstandigen mogelijk te maken en te ondersteunen. België zal ofwel de werkingssfeer van de CAO-wet grondig moeten aanpassen, ofwel een nieuw en afzonderlijk systeem voor freelancers moeten uitwerken.”

Pieter Pecinovsky waarschuwt dat dit hoe dan ook een zeer ingewikkelde opdracht wordt.  “De CAO-Wet geldt als een belangrijke pijler van het complexe Belgische arbeidsrecht en heeft talloze repercussies en afgeleiden in andere wetten. Ook ligt elke wijziging politiek zeer gevoelig, te meer omdat die ook de  instemming van de sociale partners zal vereisen, gezien dit aan hun autonomie raakt.”

Wellicht zullen bepaalde sectoren die al heel veel freelancers tellen de toon zetten en de druk verhogen? “Er zijn zeker sectoren waarin werkgevers en vakbonden bereid kunnen zijn om met of namens solo-zelfstandigen te onderhandelen en CAO’s af te sluiten, bijvoorbeeld de vermakelijkheidsbedrijven in de kunst- en entertainmentsector. Deze sociale partners worden momenteel het meest geconfronteerd met de tekortkomingen van het traditionele collectieve onderhandelingssysteem. Maar nogmaals, ze kunnen slechts tweederangs-cao’s sluiten. En nog iets, moeten we op alle niveaus (centraal, sectoraal en op bedrijfsniveau) CAO’s mogelijk maken of beperken we dat tot het sectorniveau?”

België en andere Europese landen zullen uiteindelijk verplicht worden een wettelijk kader te voorzien. Voorlopig blijft de druk vanuit Europa en de IAO beperkt. Maar België heeft de kans om een koploper te worden door hier ernstig werk van te maken.

Pieter Pecinovsky besluit: “Het is nog helemaal niet duidelijk welke richting deze complexe aangelegenheid zal uitgaan: een aangepaste CAO-wet of een totaal nieuwe wet? Maar vroeg of laat moeten regering en parlement deze heikele kwestie regelen, idealiter met een zinvolle inbreng van de sociale partners.”

*Noot van de redactie:  NextConomy hanteert de in België gangbare term ‘freelancer’ en niet de term ‘zelfstandige zonder personeel’ (of zzp’er), die in Nederland meer gebruikelijk is. Volgens de definitie van de SERV (oktober 2017) zijn freelancers zelfstandigen zonder personeel die hun diensten of kennis B2B aanbieden.

Lees ook:

Philip Verhaeghe
Philip Verhaeghe is een onafhankelijk governance adviseur en een freelance redacteur over ondernemerschap en bestuur voor vakbladen, bedrijven en organisaties. Onderzoekt zowel de nieuwste trends als de klassieke uitdagingen die het verschil kunnen maken in de bestuurskamer of het directiecomité. Is als freelance redacteur ook actief voor onder meer Bestuurder”, “Guberna” en “Etion”. Werkte als algemeen secretaris voor VKW, het Instituut voor Bestuurders, Corgo en RNCI. Bekijk alle berichten van #Philip Verhaeghe