"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Nederland presenteert plannen om schijnzelfstandigheid te bestrijden. Belgische Arbeidsrelatiewet is inspiratiebron

Het Nederlandse kabinet presenteert plannen voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt met minder verkapt werknemerschap. Om schijnzelfstandigheid te bestrijden, laat de minister zich inspireren door de Belgische Arbeidsrelatiewet.

De Nederlandse minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wil de ‘zwaar uit balans geraakte arbeidsmarkt’ weer terug in evenwicht brengen. Te beginnen met het terugdringen van onzekere arbeidscontracten en schijnzelfstandigheid. Minister Karien van Gennip (SZW) stuurde haar plannen voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt deze week naar de Tweede Kamer.

Omgekeerde bewijslast bij lage tarieven en platformwerk

Ten eerste schrijft de minister in deze hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt dat ze de bewijslast voor het aantonen van schijnzelfstandigheid wil omdraaien. Voor werkenden in een ‘economisch kwetsbare positie’ komt er een zogenoemd ‘rechtsvermoeden van werknemerschap’. De werkende is dan in principe werknemer, tenzij de werkgever kan bewijzen dat het niet zo is. Deze omgekeerde bewijslast moet gelden in de rechtbank en toepasbaar zijn voor instanties zoals de Belastingdienst.

De minister wil dit rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst koppelen aan een uurtarief van 30 á 35 euro. Daarnaast moet het gelden voor platformwerk, conform de richtlijn van de Europese Commissie.

België als inspiratiebron

Daarnaast wil het kabinet het begrip ‘gezag’ verduidelijken. Een gezagsverhouding is namelijk een belangrijke aanwijzing voor een werkgever-werknemerrelatie, maar het criterium is nu te onduidelijk. Om meer helderheid te scheppen kijkt de minister naar België. Voor haar is onze Belgische Arbeidsrelatiewet ‘een inspiratiebron’. Deze korte lijst met criteria gaat namelijk zowel over de manier waarop werkgever en werkende samenwerken, als het ondernemerschap van de freelancer.

In het najaar komt de minister met een nadere uitwerking van de plannen. Ondertussen werkt het kabinet ook aan een ‘gelijker speelveld’ tussen contractvormen. Op die manier wil de minister oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegengaan en zorgen voor meer solidariteit binnen de sociale zekerheid en het fiscale stelsel.

Meer toezicht en handhaving

Ook worden ‘binnenkort’ het toezicht en de handhaving op schijnzelfstandigheid verbeterd. Op dit moment geldt in Nederland namelijk een moratorium op handhaving van schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst kan alleen boetes geven aan ‘kwaadwillenden’ die de wet overtreden. In de praktijk blijkt het lastig voor ambtenaren om zulke kwaadwillendheid aan te tonen. Het handhavingsmoratorium vervalt uiterlijk 1 januari 2025. Dan moet wet- en regelgeving namelijk duidelijker zijn.

Minder onzekere contracten

Verder wil de minister ‘onzekere’ arbeidscontracten verminderen. Om werknemers meer zekerheid te geven, wil het kabinet dat structureel werk in principe wordt georganiseerd op basis van arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Zo verdwijnen bijvoorbeeld oproepcontracten en min-max-contracten en worden de regels voor uitzendwerk strenger.

Meer zekerheid voor werkenden moet hand in hand gaan met meer interne flexibiliteit voor bedrijven, zei Van Gennip in een interview met het Financieele Dagblad (FD). Zo wil ze bijvoorbeeld stimuleren dat mensen zich kunnen ontwikkelen binnen dezelfde organisatie. Ook wil ze dat ondernemers hun personeel met deeltijd-WW (een tijdelijke uitkering bij werkloosheid) kunnen sturen als het tegenzit.

Meer weten? Bekijk het dossier op ZiPconomy.nl

Redactie / Rédaction / Editors NextConomy Bekijk alle berichten van NextConomy