Zet verplichte CSRD een turbo onder ‘Total Talent Management’?
NextConomy nam samen met auteur Katrien Penne haar recent SERV rapport over de CSRD en ESRS door. De “Corporate Sustainability Reporting Directive” beschouwt werkkrachten die niet in loondienst zijn maar via intermediaire partijen of als zelfstandige opdrachtnemers hun arbeid leveren aan de onderneming ook als ‘personeel’…
Fraai SERV-rapport
In opdracht van de SERV en de Stichting Innovatie & Arbeid schreef Katrien Penne een praktisch en verhelderend rapport over de verplichte nieuwe duurzaamheidsrapportering ingevolge de CSRD. In haar toelichting concentreerde ze zich op de impact en de uitdagingen voor de Vlaamse ondernemingen. Omdat deze algemene richtlijn ook belangrijk is voor onze partners en ondernemende lezers brengen wij een samenvattende beschouwing. Tegelijk nodigen we je uit om dat rapport te downloaden en volledig door te nemen.
Verplichte duurzaamheidsrapportering
Sinds begin 2023 moeten ondernemingen niet alleen over hun financiële prestaties rapporteren, maar ook over specifieke duurzaamheidsaspecten, gericht op milieu (E), het sociale (S) en het bestuur (G). De ingrijpende en vrij complexe Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) maakt deel uit van de Europese Green Deal en beoogt zo de realisatie van de ‘Sustainable Development Goals’ (SDG’s) die de Verenigde Naties in 2015 opstelde.
Het duurzaamheidsverslag integreert zowel financiële als niet-financiële informatie. Er moet gerapporteerd worden volgens het principe van dubbele materialiteit: bedrijven moeten niet alleen communiceren hoe allerlei duurzaamheidsthema’s die hun bedrijfsvoering beïnvloeden, maar ook over welke impact zij zelf hebben op mens en milieu.
Nieuwe standaarden
Hoewel veel bedrijven al ervaring hadden met de transparantie over hun duurzaamheidsinitiatieven, past deze niet automatisch binnen de specifieke rapportagevereisten van de CSRD. Want het verplichte duurzaamheidsverslag moet voldoen aan de nieuwe European Sustainability Reporting Standards (ESRS) van de EFRAG. Naast twee algemene standaarden komen er tien thematische standaarden, verdeeld over de ESG-pijlers milieu (E), sociaal (S) en bestuur (G). Gelukkig hoeft een bedrijf niet over alle thema’s te rapporteren. De voorafgaande materialiteitsanalyse bepaalt welke thema’s relevant zijn voor hun bedrijfsmodel.
Praktische gevolgen
De voorbereiding van een dergelijke CSRD-rapportage vereist een nauwe samenwerking tussen de verschillende ondernemingsafdelingen zoals financiën, HR, IT, Risk management en duurzaamheid. Zij moeten samen op zoek naar betrouwbare data en zullen daarvoor wellicht moeten investeren in nieuwe technologie en extra personeel.
De impact van de CSRD reikt verder dan alleen de (grotere) ondernemingen die rechtstreeks verplicht zijn te rapporteren. Ook al hun toeleveranciers en afnemers in heel de waardeketen worden betrokken. Dat kunnen kmo’s zijn die zelf niet direct onder de CSRD vallen. De kans bestaat dat zij nog niet over de juiste systemen of kennis beschikken om de gevraagde informatie goed aan te leveren.
Het feit dat het regelgevend kader nog niet volledig is uitgewerkt vormt alleszins een bijkomende struikelblok. Zowel op Europees als nationaal niveau ontbreken nog cruciale details, zoals de definitieve ESRS-standaarden voor kmo’s en specifieke sectoren. “De langzame en complexe stroom waarin de regelgeving zich ontwikkelt, werkt in de hand dat ondernemingen zich eerder reactief dan proactief organiseren op de CSRD.” schrijft Katrien Penne hierover.
Stakeholders in de sociale pijler
Katrien Penne drukt er bij ons gesprek uiteraard op dat dit rapport vanuit een overzichtsperspectief werd opgesteld en bijvoorbeeld niet afzonderlijk bij de HR-afdelingen polste naar de sociale pijler van de CSRD-duurzaamheidsrapportering. Maar voor ons bieden de regels over de ‘S’ natuurlijk wel een interessante insteek.
Daarin moeten bedrijven niet alleen rapporteren over hun directe werknemers, maar ook over hun impact op alle mensen die direct of indirect bij hun activiteiten betrokken zijn:
- Het eigen personeelsbestand vormt de eerste groep, waarbij thema’s als arbeidsomstandigheden en gelijke behandeling centraal staan. De CSRD hanteert hierbij een brede definitie van ‘eigen personeel’, die verder gaat dan alleen werknemers in loondienst. Het gaat ook om uitzendkrachten, zelfstandige opdrachtnemers en freelancers die regelmatig werk verrichten voor de onderneming.
- De tweede groep betreft werknemers in de waardeketen. Deze nauwkeurig omschreven categorie omvat onder meer personeel van toeleveranciers, externe dienstverleners op locatie en zelfs werknemers die verder in de keten de grondstoffen ontginnen.
- De derde stakeholdersgroep bestaat uit getroffen gemeenschappen. Dit betreft de lokale bevolking rond de bedrijfslocaties of gemeenschappen die anderszins door de bedrijfsactiviteiten worden geraakt.
- De laatste groep omvat de consumenten en eindgebruikers. Hier zijn persoonlijke veiligheid, productinformatie en sociale inclusie de belangrijkste rapporteringsthema’s.
Volgens ons betekent dat concreet dat bedrijven door de ESG-plicht eindelijk werk moeten maken van hun Total Talent Management (TTM). HR-afdelingen moeten dringend een accuraat zicht krijgen op al wie op de een of andere manier voor het bedrijf werkt, op de loonlijst of niet. HR zal ook een visie en beleid moeten opstellen om al deze werkkrachten optimaal te laten bijdragen aan het duurzaam succes van de organisatie.
De CSRD hanteert hierbij een brede definitie van ‘eigen personeel’, die verder gaat dan alleen werknemers in loondienst. Het gaat ook om uitzendkrachten, zelfstandige opdrachtnemers en freelancers die regelmatig werk verrichten voor de onderneming.
Due diligence
Er is zelfs meer. “Naast de CSRD bestaan er nog andere duurzaamheidsregelgevingen. In sommige gevallen zullen ze zelfs een meer directe impact hebben op het HR-ondernemingsbeleid.” stelt Katrien Penne. Ze denkt concreet aan de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). Deze vereist dat bedrijven bepaalde negatieve gevolgen in hun toeleveringsketen daadwerkelijk aanpakken. “Waar de CSRD in essentie een verplicht raamwerk is voor rapportering, en zo slechts indirect zal aanzetten tot handelen (je kan immers in theorie ook rapporteren dat je nog geen afdoende actie op bepaalde vlakken onderneemt), houdt de CSDDD dus de daadwerkelijke verplichting in voor bedrijven om een due diligence-proces op het gebied van sociaal beleid, mensenrechten en milieu te implementeren.“ verduidelijkt Katrien Penne.
Bedrijven presteren beter als ze niet alleen aandeelhouderswaarde creëren, maar ook waarde voor werknemers, klanten, leveranciers en de maatschappij als geheel.
Positief
Al bij al bekijkt Katrien Penne deze regelplicht nog positief. Ondanks de aanzienlijke administratieve lasten en het kostenplaatje verwacht de SERV dat de geharmoniseerde aanpak op middellange termijn tot kostenbesparingen en een hogere productiviteit kan leiden. “CSRD biedt een kans voor positieve impact: het kan leiden tot betere toegang tot kapitaal, aangezien banken en investeerders steeds vaker om duurzaamheidsinformatie vragen. Daarnaast helpt het bedrijven om risico’s beter te identificeren en te beheersen, wat kan resulteren in kostenbesparingen en innovatie. De CSRD kan een strategische hefboom zijn om een betere reputatie te verwerven.”
Ze beaamt met ons dat een degelijke TTM aanpak de bedrijven een streepje voor kan geven om voor de betrokken onderdelen van het duurzaamheidsaspect ‘Social’ gemakkelijker de juiste rapporteringsdata te kunnen bepalen. Maar de SERV beschikt niet over concrete cijfers over de mate waarin deze HR-aanpak aan terrein wint.
Wil je meer weten over TTM? Zet dan met stip de 3de editie van de NextConomy Total Workforce Summit in je agenda op 27 november 2025 in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. Lees hier alles over de vorige edities 2024 en 2023.
Lees ook