"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

“De enige die niet reglementair kan freelancen, is de Belgische bouwvakker”

Freelancers op een bouwwerf? Je zal ze er niet zo gauw aantreffen. Nochtans zouden ze een deel van de oplossing kunnen zijn voor twee prangende uitdagingen waar bouwbedrijven mee kampen: het tekort aan geschoold personeel en een grote variatie in de hoeveelheid werk. Een interview met Jean-Pierre Waeytens.

De bouwsector kent een belangrijk tekort aan geschoold personeel. De situatie vandaag is van dien aard dat een kwart van de aannemers pas zes maanden of langer na de bestelling van start kunnen gaan op de werf. Tegelijk is flexibiliteit een belangrijke behoefte. Een aannemer heeft niet altijd evenveel medewerkers nodig, en ook niet altijd dezelfde specialisaties.

En dus roept Bouwunie, de sectororganisatie die 8.000 kmo-bouwbedrijven en zelfstandigen vertegenwoordigt, op om het makkelijker te maken freelancers in te zetten. Dat is geen wonderoplossing voor het tekort aan geschoold personeel, zegt Jean-Pierre Waeytens, gedelegeerd bestuurder, maar kan wel helpen.

Jean-Pierre Waeytens: “Tussen 2012 tot 2017 zijn wij ongeveer 20.000 mensen verloren in onze sector, terwijl er niet voor 20.000 mensen minder werk is. Die werknemers zijn niet in rook opgegaan: sommigen werken misschien als zelfstandige, sommigen als werknemer of zelfstandige in een andere sector … Mogelijks vinden die mensen via het zelfstandigenstatuut makkelijker de weg terug naar onze bedrijven. Maar ook anderen, die in andere sectoren werken maar gelijkaardige activiteiten verrichten, kunnen misschien zo overtuigd worden om in de bouw aan de slag te gaan.”

“Het statuut kan aantrekkelijk zijn voor wie zelfstandige wil zijn, maar geen zin heeft om telkens op zoek te gaan naar nieuwe klanten. Dat kan een mogelijk instroom zijn van bijkomend gekwalificeerd personeel.”

Hoe zien jullie freelancers in de bouwsector?

Jean-Pierre Waeytens: “Dat zijn om te beginnen echte zelfstandigen. Wij pleiten dus niet voor een derde statuut. Het grote verschil met de klassieke zelfstandige in de bouw is dat de freelancer ingeschakeld wordt in bouwbedrijven, dus niet rechtstreeks bij de opdrachtgever. Die zelfstandige kan daarbij gebruik maken van alle materiaal en materieel van dat bouwbedrijf en kan zelfs ingepast worden in de ploegen van dat bedrijf. Een onderaannemer is daarentegen iemand die een zuivere, afgelijnde opdracht krijgt toebedeeld. De freelancer gaat echt werken met en voor, en in de omgeving van, het bouwbedrijf dat de opdrachtgever is..”

Wat is vandaag het probleem? Waarom zetten ondernemingen geen freelancers in?

Het grote probleem is het risico op schijnzelfstandigheid.

Jean-Pierre Waeytens: “De overheid zegt dat ze de drempels om zelfstandige te worden wil verlagen om niet te zeggen wegnemen. U en ik, wij kunnen morgen in de bouw starten, want er is geen vestigingsreglementering meer …” In mijn geval lijkt dat een erg slecht plan… Jean-Pierre Waeytens: “In mijn geval ook, maar toch laat de overheid dat toe. En tegelijk laat die overheid allerlei disruptieve modellen toe waarbij men met niets in orde moet zijn om werken uit te voeren. Ik denk aan de deelplatformen en de vriendendiensten via de bijkluswet. Iedereen mag zich op een platform zetten en kleine werken gaan doen bij buren en vrienden. En daarenboven hebben we, op basis van Europese reglementering, een instroom van zelfstandigen vanuit het buitenland.”

“De enige die niet reglementair kan freelancen, is de Belgische bouwvakker, de reguliere zelfstandige die er geen boodschap aan heeft om continu op zoek te gaan naar klanten, prijsoffertes in te dienen …, maar wil doen waar hij goed in is, vandaag bij aannemer A, morgen bij aannemer B. Dat wordt voor de Belgische zelfstandige bemoeilijkt. Vandaar dat wij zeggen: pas de wet op de schijnzelfstandigheid aan, zodat die enkel maar gebruikt moet worden in het kader van manifeste fraude, sociale dumping en zo meer. Maar niet meer om de zelfstandige te weerhouden om als freelancer te functioneren op onze bouwwerven.”

In hoeverre is de bouwsector specifiek? Er is toch geen wetgeving omtrent schijnzelfstandigheid specifiek voor de bouwsector? Heeft het te maken met de grotere inspanningen waarmee men jullie bekijkt en controleert?

Jean-Pierre Waeytens: “Zeker en vast. In andere sectoren wordt freelancewerk getolereerd. Wel, wij vragen niet dat dat ook bij ons wordt getolereerd, maar wel dat de wet op de schijnzelfstandigheid wordt aangepast zodat bouwbedrijven niet met de daver op het lijf moeten beroep doen op freelancers om werken uit te voeren.”

U legde al uit dat u zo bijkomende mensen wil aantrekken, maar het is natuurlijk ook een manier om flexibiliteit mogelijk te maken.

Jean-Pierre Waeytens: “Ja, het is ook zo dat dankzij het inzetten van freelancers men op een gemakkelijkere en eenvoudigere manier zijn ploegen kan laten aanzwellen en weer inkrimpen. Die noodzaak is ook typisch voor onze sector: men heeft niet altijd veel projecten, niet altijd het juiste project, niet altijd een voldoende groot project op stapel of nood aan een bepaald profiel.”

“Maar de flexibiliteit is er voor beide partijen. Het gebeurt dat een aannemer een werf heeft die heel ver is. Dan kan de freelancer beslissen dat niet te doen, maar aan een andere aannemer, een die in zijn regio een werf heeft, zijn diensten aanbieden.”

Freelance journalist. Doet van horen, zien en schrijven over o.a. HR en de arbeidsmarkt. Bekijk alle berichten van Timothy Vermeir